Maartje: “Nu pas echt geleerd om een pelgrim te zijn”

Het was donderdagochtend 28 september, half acht ’s ochtends, toen we in de bus er klaar voor zaten om te vertrekken naar Rome. Het was voor mij alweer ruim tien jaar geleden dat ik op het st. Pietersplein stond, ook toen had Taizé daar een gebed georganiseerd tijdens de Europese ontmoeting in Rome.

Deze keer was ik in de bus gestapt hopend op een soort mini-reünie van de meeting toen, en het gebed voor de synode ervoer ik als een mooie bijzaak. De busreis was voor mij een means to an end, dus enkel het vervoersmiddel naar Rome en ik wilde vooral nuttig gebruik maken van de vijftig uur die we in de bus zouden zitten door te studeren. We kregen een reiszegen mee, met als verhaal dat wij in de voetsporen traden van Willibrord die 1300 jaar geleden te voet naar Rome ging. Ik was wat sceptisch: ‘Hoezo zijn wij pelgrims, wij zitten toch op ons gemakje in de bus?’

Wat had ik het verkeerd ingeschat, en wat is het een bijzondere ervaring geweest. Volgens mij heb ik deze reis pas echt geleerd wat het betekent om een pelgrim te zijn. Door de goede gesprekken onderweg en de gezelligheid heb ik amper door gehad dat we zo veel in de file stonden en van dat huiswerk zijn ook maar twee pagina’s gelezen (sorry docenten!).

Ik had twee beelden van de oecumene: gesprekken van kerkleiders hoog in de boom die tot vormen van kerkelijke eenheid proberen te komen, en diaconale projecten die door verschillende denominaties ondersteund worden. Niet om iets af te doen aan deze kanten van oecumene, maar voor mij zijn beide een wat-ver-van-mijn-bed-show. Op deze reis heb ik een andere kant van oecumene leren kennen, door met zo’n divers gezelschap in de bus te zitten, samen te praten, te bidden, te lachen en te huilen. Werkelijk oecumene ervaren, is het gevoel dat je met elkaar zusters en broeders in Christus bent, ongeacht je achtergrond. Op het plein tijdens het gebed, toen de kerkleiders zich met hun rug naar ons keerden en met ons mee samen Christus aan het kruis aanbaden, kreeg ik het gevoel dat wij met z’n allen de kerk vormen. Ieder op zijn eigen manier, maar allemaal gericht op Christus. Juist dat beeld, en doordat er om ons heen alleen jongeren waren, kreeg ik heel sterk de gewaarwording: Jongeren zijn niet de toekomst van de kerk, we zíjn de kerk.


Inmiddels terug in Nederland waren mensen stomverbaasd toen ze hoorden dat we met de bus naar Rome zijn gegaan. Ik reageerde verdedigend, niet alleen in verband met de klimaatimplicaties van vliegen, maar hiermee kwamen ze ook aan iets wat inmiddels wezenlijk was geworden aan de reis. In het vliegtuig hadden we nooit deze ervaring met elkaar gehad, en zelfs in een trein was de dynamiek al volledig anders geweest. We hebben als groep een soort transformatie met elkaar meegemaakt (ja dat klinkt wat zwaar, maar toch is het zo), volgens mij heeft de reis een bepaalde energie, of daadkracht, in ons wakker gemaakt. Wellicht ligt daarin de toekomst van de kerk.

Wie oecumene wil ervaren wil ik van harte adviseren om met elkaar op een pelgrimage te gaan, op die manier heb ik namelijk ervaren dat we allemaal zusters en broeders in Christus zijn. Is dat niet de kern van oecumene, en van de kerk zelf?

Tekst: Deelnemer Maartje
Foto’s: Katholieke Vereniging voor Oecumene/Elyseüs Photography